Klimaatverandering |
|
Voorspellingen CO2-emissie |
De totale voorspelde CO2-emissie in 2025 is 38,790 billion metric tons, ofwel 38,790 miljard ton. Een toename van 81% ten opzichte van 1990. Verder is goed zichtbaar dat het voornaamste deel van de toename in CO2-emissie wordt veroorzaakt door de "Emerging economies". De CO2-emissie neemt in de periode van 1990 tot 2025 met maar liefst 215% toe. In die zin valt te betwijfelen of de totaal voorspelde emissie wel significant lager zou liggen wanneer de invloed van het Kyoto-protocol op de voorspelling tot 2012 zou zijn toegevoegd aan de berekening. Het zijn voornamelijk landen uit de "Mature Market economies" en de "Transitional economies" die het verdrag hebben getekend. De "Transitional economies" blijven tot 2012 onder de emissiewaarden van 1990, omdat ze nog niet herstelt zijn van de economische crisis na het einde van het communistisch bewind. In vergelijking met de EIA voorspelling ten aanzien van de energieconsumptie per regio tot 2025 valt op dat het energieverbruik van de "Emerging economies" per eenheid een grotere uitstoot van CO2 tot gevolg heeft dan in de "Mature Market economies". De totale energieconsumptie van de "Emerging economies" overschrijdt die van de "Mature Market economies" volgens de voorspelling ongeveer in 2020, terwijl de CO2 uitstoot al in 2010 groter is dan het totaal van de "Mature Market economies". De CO2-emissie van de Mature Market economies stijgt in het EIA scenario wel. In onderstaande figuur is aangegeven wat de verschillen zijn in de voorspelde CO2-emissie tussen Noord-Amerika, West-Europa en Japan en Zuid-Korea. |
Uit deze grafiek blijkt dat de CO2-emissie van Noord-Amerika in 1990 al groter is dan het totaal van de gevestigde economieën van West-Europa en Azië. In alle regio's neemt de CO-emissie toe. In dit scenario voldoet geen van de regio's in 2010 aan de opgelegde reductie ten opzichte van 1990 die is vastgelegd in het Kyoto-protocol. De stijging van de emissie is in West-Euroa aanmerkelijk lager dan in de andere regio's. De EU-landen hebben een reductie van 8% ten opzichte van de uitstoot in 1990 tot doel. In de overige regio's hebben alleen Canada en Japan het verdrag getekend. Zij moeten hun uitstoot ten opzichte van 1990 met 6% reduceren. |
onzekerheid Klimaatverandering onder invloed van broeikasgassen kent een bepaalde chronologische structuur. Sterk versimpeld valt deze in omgekeerde volgorde als volgt uit te drukken: Zeespiegelstijging hangt af van temperatuurstijging, temperatuurstijging hangt af van CO2-concentratie, CO2-concentratie hangt af van CO2-emissie. Alle verbanden zijn positief, maar zijn moeilijk exact uit te drukken. Bij het maken van een voorspelling worden de geldende onzekerheden in de chronologische structuur doorberekend en uitvergroot. Onzekerheden ten aanzien van de CO2-emissie verlagen bijvoorbeeld de betrouwbaarheid van een voorspelling ten aanzien van de daaruit volgende zeespiegelstijging. In de voorspellingen van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) worden daarom de onzekerheden in de bepalende (onderliggende) factoren weergegeven in verschillende scenario's. De toekomstige CO2-emissie hangt onder andere af van de economische verwachtingen, bevolkingsgroei, technische ontwikkelingen, beschikbare energiebronnen en politieke keuzes. Verder wordt breedte van onzekerheid in de voorspelling vergroot doordat de veschillende rekenmodellen elk een eigen richting in de ontwikkeling aangeven. Het IPCC gaat uit van 4 (SRES) scenario's met betrekking tot CO2-emissie: scenario A1 voorspelt snelle economische groei, een toename van de wereldbevolking tot 2050 gevolgd door een afname, snelle introductie van nieuwe, efficiënte technieken. IPCC voorspelling tot 2100 Onderstaande grafiek presenteert de langetermijnvoorspelling voor de CO2-emissie van het IPCC Third Assessment Report. |
Uit de grafiek blijkt dat het alleen in het B1-scenario mogelijk is de CO2-emissie op lange termijn te beperken tot rond het niveau van 1990. Dat is het scenario dat uitgaat van economische groei gekoppeld aan een ontwikkeling in de richting van de diensten- en informatiesector. Verdere voorwaarden zijn een afname van de wereldbevolking vanaf ongeveer 2050 en snelle innovatie van nieuwe duurzame technieken. De CO2-emissie is het grootst in het A2-scenario. Dat is het scenario van een gefragmenteerde wereldeconomie en een continue bevolkingstoename. De CO2-emissie zal dan sterk stijgen en in 2100 3 tot 6 keer zo groot zijn als in 1990. Bronnen: -Energy Information Administration, International Energy Outlook 2005. -Intergovernmental Panel on Climate Change, Third Assessment Report Gerelateerde artikelen: Energieconsumptie tot 2025 EIA voorspelling voor wereldwijde en regionale energieconsumptie tot 2025. Duidelijk verband met de voorspelde CO2-emissie. Naijl-effecten bij reductie CO2 uitstoot. Het gunstigste scenario uit bovenstaand artikel, met de grootste reductie, leidt tot een temperatuurstijging die eeuwen voortduurt en een zeespiegelstijging die nog millenia voortduurt. Eerste voorspellingen IPCC rapport 2007 Onder andere met een voorspelling van de CO2-concentratie. VN prognose wereldbevolking 2050 Tot 2050 in ieder geval flinke toename wereldbevolking. Potentie ondergrondse CO2 opslag Carbon dioxide capture and storage (CCS), 85% verlaging CO2-emissie energiecentrales. Hoop voor de toekomst? Acht misvattingen over Energie Lees hier waarom CO2-emissie in de nabije toekomst niet zomaar omlaag kan: 1) We kunnen niet. 2) We willen niet. |