|
| |
Plafond gaswinning Groningen kost geld
door Rolf Schuttenhelm
Het productieplafond dat sinds de jaren '70 van de vorige eeuw door de politiek wordt toegepast bij de winning van aardgas uit het Groningenveld kost de staat mogelijk meer geld dan het oplevert.
Het plafond dient ertoe de jaarlijkse aardgasproductie van Nederland min of meer constant te houden. De kleinere velden hebben een onregelmatige productie, de productie uit Groningen vult dit aan.
Op die manier wordt ook afzet van het aardgas uit de kleinere velden gegarandeerd en wordt tegelijk een duurzaam beleid gevoerd om de grote gasvoorraad van Groningen zo lang mogelijk voor de toekomst te bewaren.
Jarenlang is het beleid op grond van deze theoretische argumentatie ongewijzigd gebleven. Een systematische kosten-baten-analyse bleef uit tot een in februari 2006 uitgebracht rapport van het Centraal PlanBureau.
Volgens de studie is het overheidsbeleid geen noodzakelijke vervanging voor vrije marktwerking. Het argument dat de kleine velden winstgevend moeten produceren voor de aangebrachte infrastructuur verouderd is, blijkt ongeldig.
Ook marktpartijen kunnen rekening houden met veroudering of de kosten van mogelijke levensduurverlenging. De overheid zou wel moeten proberen deze productie te ondersteunen door procedures, zoals bij productievergunningen, snel te laten verlopen.
Verder blijkt een productieplafond voor Groningen in praktijk niet te leiden tot hogere productie van de kleinere, relatief dure, velden.
De kosten van een plafond op Groningen bestaan uit het later ontvangen van de opbrengsten. De baten van het plafond bestaan uit licht positieve effecten voor de kleine-veldenproductie en positieve effecten voor de leverings- en voorzieningszekerheid.
De winst die uit die extra productie van de kleine velden zou voortvloeien, blijkt dus klein.
Verder zijn er volgens de studie geen aanwijzingen dat bedrijven kortzichtig zouden omgaan met de gasvoorraad van Groningen. Wanneer het plafond niet zou bestaan, zou de gasproductie niet veel hoger liggen.
Toch lijkt de studie een beetje voorbij te gaan aan de mogelijke winst op de lange termijn. Een productieplafond betekent hoe dan ook een garantie van een gecontroleerde, lage productie en dus behoud van een aanzienlijk deel van de aardgasvoorraad voor de toekomst.
Als de vraag naar aardgas in de nabije toekomst sterk zou stijgen, zou het aardgas van Groningen ook aanzienlijk meer geld kunnen opleveren.
Over de ontwikkeling van de vraag naar aardgas presenteert het CPB verschillende scenario's, zoals weergegeven in onderstaande figuur.
|
|
|