Klimaatverandering |
|
Toekomstig klimaat Nederland |
|
Waargenomen en verwachte stijging van de wintertemperatuur in de Bilt tot 2100. Bron: KNMI |
Bovenstaande grafiek laat de ontwikkeling van de wintertemperatuur zien in de Bilt tussen 1900 en 2100. De verwachte stijging van de wintertemperatuur tussen 1990 en 2050 bedraagt 0,9 tot 2,3 graden. Na 2050 zet de temperatuurstijging onverminderd voort. Tot het jaar 2100 zal de Nederlandse wintertemperatuur afhankelijk van het scenario met 1,8 tot 4,7 graden toenemen. |
Waargenomen en verwachte stijging van de zomertemperatuur in de Bilt tot 2100. Bron: KNMI |
Volgens de nieuwe berekeningen is het bereik van plausibele waarden voor de zomertemperatuur iets groter dan voor de wintertemperatuur: in het scenario met de grootste temperatuurstijging (W+) wordt uitgegaan van een temperatuur die in 2050 gemiddeld 2,8 graden hoger zal liggen dan in 1990. Het laagste scenario gaat ook voor de zomertemperatuur uit van een stijging van 0,9 graden. Ook de stijging van de zomertemperatuur zal volgens het KNMI in de periode tussen 2050 en 2100 onverminderd doorgaan. In het jaar 2100 is het 's zomers gemiddeld 1,8 tot 5,7 graden warmer dan in 1990. Tussen 1990 en 2005 is de gemiddelde temperatuur in Nederland met meer dan 0,5 graden gestegen. Extrapolatie van die trend doet verwachten dat de gemiddelde temperatuur in Nederland rond 2050 minstens twee graden hoger zal liggen. Alhoewel een dergelijke temperatuurstijging volgens de nieuwe berekeningen mogelijk wordt geacht, ligt dat hoog in het bereik van mogelijke waarden. Het KNMI gaat er vanuit dat de temperatuurstijging tussen 1990 en 2005 door natuurlijke schommelingen iets hoger uit viel dan in de structurele langetermijn ontwikkeling. In de grafieken is duidelijk te zien dat de scenario's die uitgaan van een veranderd luchtstromingspatroon (G+ en W+), een hogere waarde voor de temperatuur opleveren dan de overeenkomende scenario's die uitgaan van een gelijkblijvend luchtstromingspatroon (respectievelijk G en W). neerslag De voorspelling van de te verwachten gemiddelde hoeveelheid neerslag is minder eenduidig dan voor de ontwikkeling van temperatuur geldt. Alle scenario's gaan uit van een toename van de neerslag in de winter, twee scenario's wijzen op een lichte toename van de neerslag in de zomer, terwijl de andere twee (G+ en W+) juist een flinke afname van de zomerneerslag laten zien. |
Waargenomen en verwachte toename van de winterneerslag in de Bilt tot 2100. Bron: KNMI |
|
Waargenomen en verwachte ontwikkeling van de zomerneerslag in de Bilt tot 2100. Bron: KNMI |
Opvallend is wederom de invloed van een veranderde luchtstroming in het model. Volgens scenario's G+ en W+ zorgt een mogelijke verandering van het luchtstromingspatroon boven West-Europa voor een lichte toename van de neerslag in de winter en een forse afname van de neerslag in de zomer, waardoor perioden van droogte vaker kunnen voorkomen, met mogelijk grote gevolgen voor landbouw en natuurbeheer. Ook in de andere scenario's (G en W) neemt het neerslagtekort toe. De totale hoeveelheid neerslag stijgt in die scenario's weliswaar, ook in de zomer, maar de spreiding wordt naar verwachting ongunstiger, met meer neerslagextremen. Bronnen: -Klimaatscenario's 2006. KNMI, mei 2006. -KNMI Climate Change Scenarios 2006 for the Netherlands. KNMI, mei 2006. Gerelateerde artikelen: Eerste voorspellingen IPCC rapport 2007 bekend. Een voorproefje van het IPCC-rapport AR4, dat gebruik maakt van dezelfde GCM's die ook voor het onderzoek van het KNMI zijn gebruikt. IPCC Temperatuurvoorspelling 2020. (Over-)schatting van de temperatuurstijging voor Nederland tot 2020 op basis van vorige IPCC-rapport. IPCC Temperatuurvoorspelling 2020. Idem, tot 2050. Invloed klimaatverandering op natuur en EHS. In Nederland zijn sterk waterafhankelijke ecosystemen het kwetsbaarst voor de gevolgen van klimaatverandering. |