Klimaatverandering |
|
Toekomstverkenning CO2 Nederland tot 2020 |
|
|
Bron figuur: MNP, potentieelverkenning 2020 In bovenstaande figuur is de ontwikkeling van de CO2-emissie onder invloed van het Global Economy scenario tegen de verschillende indicatieve doelstellingen afgebeeld. Het GE-scenario laat zien wat de CO2-emissie in 2020 zal zijn, wanneer er niet via aanvullende beleidsmaatregelen gestreefd wordt naar reductie. In dat scenario zou de totale emissie van Nederland overeenkomen met 251 Megaton CO2-equivalent. Het EG-scenario kan worden geinterpreteerd als uitgangspunt om het beleidseffect te toetsen. Om te komen tot scenario 220, dat streeft naar een stabilisatieniveau vanaf 2010, moet een reductie van 31 Megaton CO2-eq bereikt worden. Voor het 200-scenario, dat streeft naar 6% reductie tov 1990, is een totale reductie van de CO2-emissie van 51 Megaton vereist, en voor het 180-scenario, met 15% reductie in het verlengde van het Kyotoprotocol, is een reductie van 71 Megaton CO2-eq vereist. Het potentiële maximum voor CO2 reductie is berekend op 90 Mton CO2-eq in 2020. Dat betekent dat in theorie zelfs een scenario dat streeft naar reductie van de CO2-uitstoot tot 161 Mton per jaar haalbaar is. Omdat maatregelen voor emissiereductie, zoals zuinig energieverbruik, ook kosten besparend kunnen zijn, levert een lichte reductie van de CO2 emissie, zoals in het 220-scenario, zelfs geld op. Het 200-scenario kost daarentegen 300 miljoen Euro per jaar en het 180-scenario jaarlijks 1,4 miljard. Naarmate de kosten hoger zijn, zullen meer opties voor verdere reductie rendabel worden. Energiebesparing en extra kernenergie spelen in alle scenario's een belangrijke rol, terwijl CO2-opslag en grootschalig gebruik van duurzame energiebronnen pas een belangrijke rol spelen in het 180-scenario, met de relatief sterke reductie van de CO2-emissie ten opzichte van het basisjaar. Alhoewel het rapport uitgaat van technische haalbaarheid, zal in de realiteit ook rekening moeten worden gehouden met praktische haalbaarheid, met beperkende factoren als draagvlak (bv kernenergie) en tempo van implementatie (trage besluitvorming). Het ECN en het MNP hebben ook bestaande politieke plannen, zoals het Energierapport 2005 en het PvdA Actieplan energiebesparing, geanalyseerd en, zelfs bij volledige realisatie, onvoldoende bevonden om de doelstelling van 15% reductie te halen. Het rapport stelt verder dat een stijging van de olieprijs boven de verwachte prijs van 40 dollar per vat geen directe invloed heeft op het optiepakket aan emissiereducerende beleidsmaatregelen. Wel kan een verdere stijging van de olieprijs de optiepakketten relatief goedkoper maken, vooral omdat maatregelen met betrekking tot efficiëntie dan meer zullen opleveren, Een ander gevolg van een hoger dan verwachte olieprijs kan een herwaardering van energieopwekking in steenkoolcentrales zijn, die het behalen van emissiedoelstellingen in de toekomst eventueel kunnen bemoeilijken. Bron: Daniëls, B.W. en Farla, J.C.M. februari 2006. Potentieelverkenning klimaatdoelstellingen en energiebesparing tot 2020. ECN en MNP. Gerelateerde artikelen: Potentie ondergrondse CO2-opslag. Conventionele energiecentrales kunnen hun uitstoot van koolstofdioxide met 80 tot 90% verlagen door toepassing van reeds bestaande technieken. Kabinet steekt 80 miljoen Euro in proefprojecten voor CO2-opslag. Het geld is afkomstig van energiebedrijven als dank voor het openblijven van de kerncentrale in Borssele. Dubbele winst aan het CO2-front dus. Voorspellingen CO2-emissie. Verschillende scenario's hangen af van bevolkingsgroei en economische ontwikkeling. De komende decennia blijft de uitstoot hoe dan ook sterk groeien. Over honderd jaar zitten we in het gunstigste scenario op het huidige niveau, in het ongunstigste 6 keer zo hoog. Kerncentrale Borssele sluit uiterlijk 2033 In het technische optiepakket wordt onder andere melding gemaakt van nieuwe kerncentrales met een totaal vermogen, drie keer zo groot als het huidige Borssele. |